Toegankelijkheid

Skip to main content

Convenant tussen de gemeente Moerdijk en de Stichting Wmo-Raad gemeente Moerdijk

 logo gemeente Moerdijk                                           logo

Herziening Convenant tussen de gemeente Moerdijk en de Wmo-Raad gemeente Moerdijk

De gemeente Moerdijk,

Ingevolge artikel 171 van de Gemeentewet vertegenwoordigd door de heer  A.J. Moerkerke, in zijn hoedanigheid van burgemeester, en
mevrouw P. Joosten, wethouder, handelend ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders d.d. <   > , hierna te noemen de gemeente

en

de Stichting Wmo-Raad gemeente Moerdijk, statutair gevestigd te Moerdijk, vertegenwoordigd door de heer K. Klasen en mevrouw W. Tolenaars, handelend in de hoedanigheid van voorzitter en secretaris , hierna te noemen “de Wmo-Raad”,

gelet op artikel 150 van de Gemeentewet en artikel 2.1.3 van de Wet  maatschappelijke ondersteuning (WMO) alsmede artikel 8.4 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Moerdijk,

overwegende dat de Wmo-Raad de belangen van de Moerdijkse burgers en cliënten behartigt in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning en hiertoe gevraagd en ongevraagd adviezen geeft aan het college van de gemeente Moerdijk waarbij het college bij de uitvoering van deze wet een zo hoog mogelijk kwaliteitsniveau van de voorzieningen nastreeft;

Verklaren de bovengenoemde partijen als volgt te zijn overeengekomen:

  1. Het college hoort in gangbare gevallen de Wmo-Raad over die voorstellen van het college of voorstellen aan de gemeenteraad, die specifiek betrekking hebben op (strategische) hoofdlijnen van het gemeentelijk beleid naar inhoud en uitvoeringsbeleid, in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning. In spoedeisende gevallen wordt de reden van het spoedeisende karakter door het college toegelicht en zullen college en Wmo-Raad, in ieder geval vertegenwoordigd door hun voorzitter en secretaris, overleg plegen.
  1. Het college betrekt de Wmo-Raad zo vroeg mogelijk bij (strategische) beleidsontwikkeling, ook bij ontwikkeling binnen de D-6 en andere regionale samenwerkingsverbanden die betrekking hebben op de Wmo, om de participatie van de Wmo-Raad te ondersteunen (zie bijlage voor de lokale werkwijze).
  1. Het college informeert de Wmo-Raad aan het begin van het jaar over de beleidsagenda van het lopende jaar voor zover deze bekend is.
  1. De Wmo-raad heeft een signaalfunctie, waarbij individuele signalen in overleg met de Wmo-cliënt worden doorgegeven aan de coördinator Wmo. Zijn er trends waarneembaar aan de hand van deze individuele signalen dan worden deze in de vergadering van de Wmo raad besproken.
  1. Het college is gehouden om de Wmo-raad advies te vragen over:
    1. nieuwe of gewijzigde documenten die direct van invloed zijn op de Wmo rechten- en aanspraken van de inwoners van Moerdijk (verordeningen, besluiten, beleidsdocumenten);
    2. beleidsvoornemens met betrekking tot de wet maatschappelijke ondersteuning die worden opgenomen in het meerjaren beleidsplan;
    3. voorgenomen besluiten die betrekking hebben op de uitvoering van de Wmo en die aanwijsbare gevolgen hebben voor inwoners van Moerdijk;
    4. voorgenomen evaluaties van het Wmo-beleid.
  1. De Wmo-raad is gerechtigd uit eigen beweging advies uit te brengen aan het college over alle (actuele) onderwerpen die betrekking hebben op de maatschappelijke ondersteuning.
  1. De Wmo-Raad brengt zijn advies uit binnen zes weken na een desbetreffend verzoek van het college. Indien de Wmo-Raad voor het uitbrengen van het advies meer tijd nodig heeft, wordt door het college in overleg met de Wmo-Raad een afwijkende tijdsduur vastgesteld.
  1. Indien het belang van de zaak daartoe aanleiding geeft, vindt bij de aanbieding van het advies overleg van de Wmo-Raad met het college plaats.
  1. Als er een wijziging plaatsvindt ten aanzien van de documenten genoemd in artikel 5 gedurende het adviestraject en voordat besluitvorming heeft plaatsgevonden en deze wijziging niet tot stand is gekomen op advies van de Wmo-raad, dan zal het college een nieuwe vraag om advies aan de Wmo raad voorleggen.
  1. In het geval dat het college afwijkt van het advies van de Wmo-Raad, wordt aan de Wmo-Raad aangegeven op welke gronden van het advies van de Wmo-Raad is afgeweken.
  1. Het college draagt er zorg voor dat aan de Wmo-Raad de nodige informatie wordt verstrekt ten behoeve van het naar behoren functioneren van de Wmo-Raad. Het college wijst daartoe een ambtelijk coördinator aan die tevens het overleg voert met de Wmo-Raad. Tevens neemt de verantwoordelijk portefeuillehouder, op verzoek van de Wmo-Raad, deel aan het overleg.
  1. Indien de Wmo-Raad besluit een door het college gevraagd advies niet uit te brengen, dan geeft de Wmo-Raad van dat besluit onverwijld kennis aan het college onder de mededeling van zijn beweegredenen.
  1. Het college kan de Wmo-Raad verzoeken geheimhouding te betrachten over uit te brengen adviezen. In voorkomende gevallen draagt de Wmo-Raad zorg voor het dienovereenkomstig behandelen van de adviesaanvraag, de desbetreffende schriftelijke stukken en verdere informatie daaronder begrepen.
  1. De Wmo-Raad bestaat uit maximaal vijftien personen.
  1. Bij de samenstelling van de Wmo-Raad wordt rekening gehouden met een zo breed mogelijke afspiegeling van burgers uit de gemeente Moerdijk en/of deskundigheid op het gebied van de Wmo.
  1. De Wmo-Raad brengt over zijn werkzaamheden in het voorafgaande jaar vóór 1 juni verslag uit aan het college.
  1. Het college stelt jaarlijks, aan de hand van de voor 1 juni van het lopende jaar ingediende subsidieaanvraag, aan de Wmo-raad een bedrag ter beschikking ten behoeve van de uitvoering van haar taakstelling. Ook stelt het college jaarlijks een aantal uren ambtelijke ondersteuning beschikbaar ten behoeve van de uitvoering van de taakstelling van de Wmo-raad.
  1. Dit convenant is op 1 juni 2020 afgesloten voor een periode van vier jaren en zal - behoudens opzegging door een der partijen uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de periode- telkens voor een gelijke periode worden verlengd.
  1. Het convenant wordt eenmaal per twee jaar geëvalueerd.
  1. De herziening van dit convenant treedt in werking op 1 oktober 2023. .

Ondertekening:  

namens de gemeente Moerdijk                                                       namens de Wmo-Raad

Burgemeester                           wethouder                                       Voorzitter                           Secretaris                           

A.J. Moerkerke                        P. Joosten                                         K. Klasen                             W. Tolenaars    

Bijlage: de wijze waarop de Wmo Adviesraad Moerdijk aan de voorkant betrokken wordt bij lokale  beleidsonderwerpen die de Wmo raken

  

Bijlage convenant

De wijze waarop de Wmo Adviesraad Moerdijk aan de voorkant betrokken wordt bij lokale beleidsonderwerpen die de Wmo raken

 

Op welke manier en waarover willen we de adviesraad bij lokale onderwerpen betrekken?

Uitgangspunt hiervoor zijn:

  • De adviesraad zo vroeg mogelijk in het proces mee laten denken en praten over de vormgeving van het beleid en het informeren/evalueren van de uitvoering daarvan.
  • Integraal werken en het maken van verbindingen binnen de diversiteit aan onderwerpen binnen het domein Mens en Maatschappij, het domein Ondernemen en Leefomgeving en het domein Interne Dienstverlening, welke relevant zijn voor de Wmo doelgroep.

De adviesraad betrekken we wanneer er sprake is van onderwerpen/vraagstukken, die de cliënt direct raken, dus op inhoud en kwaliteit van de voorziening, waarbij we als gemeente beleidsruimte hebben. De adviesraad gaat nadrukkelijk niet over bedrijfsvoering en ook niet over individuele situaties.

Uitgangspunten werkwijze:

  1. In het werkplan voor 2023 van het team Jeugd, cluster advies keken we kritisch bij welke onderwerpen de adviesraad hun inbreng konden hebben. Het gaat dan met name om inhoud en kwaliteit. Deze onderwerpen zijn gedeeld met de adviesraad. Voor 2024 hanteren we dezelfde lijn en zullen we deze uiterlijk aan het begin van het jaar delen, zodat de adviesraad in de jaarplanning hiermee rekening kan houden.
  2. We betrekken de adviesraad in een vroegtijdig stadium, waarbij we duidelijk aangeven op welke aspecten we hun inbreng vragen. De wijze waarop zal afhankelijk zijn van het onderwerp.
  3. Over regionale advisering zijn separaat afspraken gemaakt. Bij een regionaal adviestraject wordt geen lokaal adviestraject gestart.

Voor te stellen  werkwijze bij lokale onderwerpen

  1. Alle onderwerpen zijn gekoppeld aan een beleidsadviseur die hier uitvoering aangeeft.
  2. De betreffende beleidsadviseur neemt contact op met het secretariaat van de adviesraad. Het secretariaat maakt bekend welke lid/leden van de adviesraad word(t)(en) afgevaardigd voor een betreffend onderwerp.  De beleidsadviseur informeert de afgevaardigde(n) van de adviesraad over het onderwerp en geeft daarbij concreet aan wat van de adviesraad gevraagd wordt. Dit kan zijn in een gezamenlijke bijeenkomst (georganiseerd door de beleidsadviseur) of via een brief/mail.
  3. De afgevaardigde(n) van de adviesraad kunnen intern input ophalen bij hun achterban en hebben mandaat gekregen om op de vraag te reageren.
  4. De adviesraad formuleert vervolgens een reactie die zij teruggeeft aan de beleidsadviseur die de reactie vervolgens kan verwerken in het ambtelijk voorstel.
  5. De beleidsadviseur  geeft aan de adviesraad een terugkoppeling op welke wijze de input verwerkt is in de verdere uitwerking/voorstel.

Deze cyclus kan indien nodig meerdere keren herhaald worden per onderwerp om op die manier de adviesraad goed te betrekken bij de ontwikkeling.